Rotterdam – Rotterdam, de havenstad die ondanks het verwoestende bombardement van 14 mei 1940 nog altijd talloze industriële iconen herbergt, weerspiegelt haar DNA en economische bloei door monumenten als de Van Nelle Fabriek. Dit complex van meerdere gebouwen, gebouwd tussen 1925 en 1931, diende oorspronkelijk als koffie-, thee- en tabaksfabriek en staat symbool voor innovatie in de industriële architectuur.
569 woorden, 2 minuten
Werelderfgoedlijst
Sinds 2014 prijkt de Van Nelle Fabriek op de UNESCO Werelderfgoedlijst, erkend als modernistisch meesterwerk. Het complex, gelegen aan de oevers van het Schiekanaal op de grens tussen de woonwijk Spangen en het industrieterrein Spaanse Polder in Rotterdam-Overschie, was niet zomaar een fabriek, maar een embleem van vooruitgang. De beroemde architect Le Corbusier noemde het in 1932 ‘het mooiste schouwspel van de moderne tijd’. Vandaag duiken we in de rijke geschiedenis van deze locatie, die de Nederlandse handels- en industriële traditie belichaamt.
Sinds 1782
In 2032 viert Van Nelle haar 250-jarig bestaan. Het begon in 1782, toen Johannes van Nelle en zijn vrouw Hendrica een koffie- en theewinkel oprichtten aan de Leuvehaven in Rotterdam. Na het overlijden van Johannes in 1811 en zijn weduwe Hendrica in 1813 namen hun zoon Johannes jr. en zijn zwager Abraham Goedkoop het roer over tot 1837. In dat jaar verwierf de familie Van der Leeuw een aandeel in de firma, en sinds 1845 namen zij Van Nelle volledig over. Onder hun leiding groeide het bedrijf uit door wereldwijde handelscontacten, eigen plantages in Nederlands-Indië en de transitie van winkel naar fabriek voor het branden van koffie, verwerken van tabak en thee.
Daglichtfabriek
Het succes leidde in 1916 tot de aankoop van grond langs de Delfshavense Schie in Overschie. Tussen 1925 en 1931 verrees de iconische fabriek, ontworpen door architecten Johannes Brinkman en Leendert van der Vlugt, met Jan Gerko Wiebenga als constructeur. Dit was Europa’s eerste daglichtfabriek, een toonbeeld van het Nieuwe Bouwen: functionalistisch met veel glas, staal en beton voor optimale lichtinval, ventilatie en hygiëne. Het complex omvatte drie hoofdbouwen voor koffie, thee en tabak, verbonden door loopbruggen, en was revolutionair door het gordijnmuurprincipe en open ontwerp. Ondanks beschadigingen door het bombardement in 1940 en een productiestop in 1944 door grondstoffentekorten, hervatte de fabriek in 1946.
Van koffie tot kauwgom
In haar hoogtijdagen produceerde de fabriek een breed scala aan producten die Nederland en internationale markten bereikten. Kernactiviteiten waren koffie, thee en tabak, met bekende merken als Van Nelle-shag en sigaretten (vanaf 1949 met ‘Number One’). Diversificatie volgde met kauwgom onder de naam Chiclets in 1950, puddingpoeder (Saroma) in 1956 en vacuümverpakte koffie (Supra) in 1962. Dankzij de nabijheid van de Rotterdamse haven arriveerden grondstoffen zoals koffiebonen uit Zuid-Amerika en thee uit Azië efficiënt via schepen en kanalen, wat de fabriek tot een cruciaal logistiek knooppunt maakte. Na overnames – in 1954 trok de familie Van der Leeuw zich terug. Na eerst een overname door Douwe Egberts en later het Amerikaanse Sare Lee werd de productie in 1995 onder Sara Lee/Douwe Egberts gestaakt.
1998 tot heden
In 1995 stond de leegstaande fabriek op de slooplijst, maar dankzij inspanningen van architecten, erfgoedorganisaties en ambtenaren werd dit voorkomen. Vanaf 1996 begon de herbestemming tot Van Nelle Ontwerpfabriek, met renovatie in 1999 onder leiding van architect Wessel de Jonge. Vandaag is het een bruisend centrum voor kantoren, evenementen, congressen en creatieve bedrijven, met een bezoekerscentrum sinds 2017. Als rijksmonument (sinds 1985) en UNESCO-site blijft het een inspiratiebron, herinnerend aan Rotterdam’s havengeest en industriële erfgoed.
