Rotterdam Plastic ParadiseRotterdam Plastic Paradise

Rotterdam – De recente VN-top in Genève, bedoeld om een wereldwijd bindend verdrag tegen plasticvervuiling te sluiten, is jammerlijk mislukt. Na tien dagen intensieve onderhandelingen konden de 185 deelnemende landen geen overeenstemming bereiken over cruciale maatregelen, zoals het beperken van de plasticproductie.

922 woorden, 5 minuten

Deze mislukking heeft verstrekkende gevolgen, niet alleen voor het milieu en de volksgezondheid, maar ook voor de havens van Rotterdam en Amsterdam, die nu dreigen overspoeld te worden met plastic afval. Tegelijkertijd zien we een zorgelijke trend: de opkomst van installaties die plastic afval verbranden om zogenaamd ‘schone brandstof’ te produceren voor zeeschepen. Dit roept vragen op over de duurzaamheid en circulariteit van onze economie.

Een gemiste kans in Genève

De VN-top, die van 5 tot 14 augustus 2025 plaatsvond, was een cruciale kans om de wereldwijde plasticcrisis aan te pakken. Met een jaarlijkse productie van meer dan 400 miljoen ton nieuw plastic – een hoeveelheid die zonder ingrijpen tegen 2060 kan verdrievoudigen – is de urgentie duidelijk. Microplastics zijn overal: in onze oceanen, ons drinkwater en zelfs in ons lichaam. Toch strandden de onderhandelingen door onenigheid, vooral doordat olieproducerende zoals Saoedi-Arabië, Iran en Qatar maar ook Nederland onder druk van de petrochemische industrie zich verzetten tegen productielimieten vanwege hun economische belangen. Zelfs een afgezwakt voorstel, waarin bindende verplichtingen grotendeels waren geschrapt, vond geen steun.

Het uitblijven van een akkoord betekent dat er geen mondiale afspraken komen om de plasticproductie te verminderen, hergebruik te stimuleren of afvalbeheer te verbeteren. Voor een haven als Rotterdam, die een spilfunctie heeft in de wereldhandel, is dit erg slecht nieuws. Rotterdam is al een knooppunt voor de import en export van goederen, waaronder plastic grondstoffen en afval. Zonder internationale regels dreigt een toename van plastic afvalstromen, met alle logistieke, milieutechnische en maatschappelijke uitdagingen van dien.

Nederland Afvalkampioen

De mislukte VN-top in Genève zadelt Nederland en dan met name Rotterdam en Amsterdam op met een plastic afvalberg. Deze Nederlandse steden maar ook de dorpen Wijster en Wilp in respectievelijk Groningen en Drenthe dreigen nu te worden overspoeld met plastic afval omdat het nergens anders heen kan. Het Chinese bedrijf Cheung Kong Infrastructure die in 2013 de Afvalverbranding Rijnmond (AVR) in Rotterdam en in 2021 de Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam opkocht laat nu al wekelijks tonnen buitenlands afval in zijn centrales verbranden. De Attero groep van het Engelse Ardian Infrastructure verbrandt het meeste afval in Nederland. Zie onderstaande overzicht:

  • de AVR Rotterdam importeert 20% van de 1.363 Kton afval dat zij jaarlijks verbranden
  • de AEB Amsterdam importeert 30% van de 1.318 Kton afval dat zij jaarlijks verbranden
  • de Attero groep (Moerdijk en Wijster) importeert onbekend percentage van de 1.550 Kton afval dat zij jaarlijks verbranden

Dankzij de enorme afvalimport is Nederland door de NOS als Afvalkampioen benoemd in dit artikel. zie https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2475703-nederland-kampioen-afvalimport-eerste-afvaltrein-uit-rome-aangekomen.

Zwaar vervuilde brandstof voor zeeschepen

Een klein deel van het AVR en AEB afval wordt doorverkocht en omgezet in zogenaamde ‘schone brandstof’ voor zeeschepen. Binnenvaartschepen mogen deze zwaar vervuilde brandstof niet tanken. Hoewel deze technologieën worden gepresenteerd als een oplossing, is het de vraag hoe duurzaam ze werkelijk zijn. Het verbranden van plastic, zelfs als het wordt omgezet in brandstof, leidt tot CO₂-uitstoot en mogelijk schadelijke emissies, wat haaks staat op de principes van een circulaire economie.

Plasticverbranders Paradise

Nederland is vanwege haar petrochemische industrie echt een plasticverbranders paradise en op steeds meer plaatsen in Nederland verschijnen dan ook grote plasticverbranders. In Rotterdam wordt op het voormalige ALU Chemie-terrein in de Botlek door Advario en Power2X de grootste plasticverbrander van Europa gebouwd. In Amsterdam staat al een grote plasticverbrander van Bin2Barrel en in Delfzijl kreeg dezelfde Floris Geeris van Bin2Barrel en nu ook Biofuel Groningen 535 miljoen euro subsidie voor een nog niet gebouwde vergassingsfabriek in Delfzijl, terwijl zijn eerdere projecten amper duurzame energie produceerden. Het enige dat Floris Geeris echt heeft bereikt is dat ‘een Floris Geeristje doen’ inmiddels synoniem staat voor het ontfutselen van miljoenen overheidsgeld met niets meer dan luchtkastelen.

De prijs van ‘schone brandstof’

De opkomst van faciliteiten die plastic afval omzetten in brandstof voor zeeschepen klinkt innovatief, maar is in feite een lapmiddel. Het verbranden van plastic, of het nu in Amsterdam, Rotterdam of ergens in de polder gebeurt, is geen oplossing voor de plasticcrisis. Het verschuift het probleem slechts van de ene vorm van vervuiling (plastic afval) naar de andere (luchtvervuiling en CO₂-uitstoot). Bovendien blijft de vraag hoe ‘schoon’ deze brandstoffen werkelijk zijn. De productieprocessen zijn energie-intensief en de emissies zijn vaak niet volledig vrij van schadelijke stoffen. In plaats van te investeren in verbrandingstechnologieën, zou Nederland moeten inzetten op échte circulaire oplossingen, zoals geavanceerde recyclingtechnieken en het ontwerpen van herbruikbare producten.

Wat nu?

De mislukte VN-top legt een zware verantwoordelijkheid bij lokale overheden en havenbedrijven. Rotterdam en Amsterdam moeten samenwerken om te voorkomen dat ze de afvaldump van Europa worden. Dit betekent investeren in innovatieve recyclingtechnologieën, het stimuleren van circulaire bedrijfsmodellen en het aanscherpen van regelgeving om de instroom van plastic afval te beperken. Nederland heeft de ambitie om koploper te zijn in de circulaire economie, maar zonder mondiale afspraken wordt dit een uitdaging.

Vroegsterfte

Voor burgers in de regio Rotterdam en Amsterdam betekent dat door de mislukte top niet alleen de geuroverlast maar ook dat vroegtijdige sterfte – sterfgevallen vóór de leeftijd van 75 jaar – door de sterk verontreinigde lucht flink zal toenemen. Het wordt dan ook tijd dat beide havens hun verantwoordelijkheid nemen en kiezen voor echte oplossingen in plaats van quick fixes zoals verbranding. Alleen dan kunnen we de plasticcrisis aanpakken en onze havens transformeren tot duurzame knooppunten en onze inwoners beschermen.