In gesprek met Joan Nunnely (D66)

DoorHoofdredactie

13 oktober 2025 ,
Joan Nunnely (D66) in het hart van de Rotterdamse HavenJoan Nunnely (D66) in het hart van de Rotterdamse HavenJoan Nunnely (D66) in het hart van de Rotterdamse Haven

Kan deze briljant als toekomstig wethouder Mobiliteit, Haven, Economie en Klimaat de stad, haar haven en werknemers naar een gouden toekomst koersen?

Rotterdam – In aanloop tot de aankomende Tweede Kamer verkiezingen stellen wij elke week 10 vragen aan een Rotterdamse politici over de positie van Rotterdam in de landelijke verkiezingsprogramma. Het eerste interview is met de ervaren politici Joan Nunnely van D66. Momenteel is zij raadslid, en plaatsvervangend voorzitter van de Rotterdamse raadscommissie Mobiliteit, Haven, Economie en Klimaat (2022-2026). Daarnaast is zij ook commissie lid economisch vestigingsklimaat bij Metropoolregio Rotterdam – Den Haag. Verder heeft Joan in het verleden meerdere jaren gewerkt als HR manager in de Rotterdamse haven. We stelden haar de volgende tien vragen.

1593 woorden – 8 minuten

1. Bent u tevreden over hoe Rotterdam in het Tweede Kamerverkiezingsprogramma van D66 aan bod komt?

Ik ben niet echt tevreden. We hadden meer Rotterdamse standpunten in het landelijke programma terug willen zien tenslotte is Rotterdam de tweede stad van Nederland. Wel ben ik blij dat alle verkiezingsfilmpjes zijn opgenomen in Rotterdam, met veel aandacht voor de architectuur, hoe mooi de stad is en hoeveel potentie het heeft. Op die filmpjes ben ik echt trots.

2. En als het gaat om de haven, transport en logistiek – zowel over de weg, het spoor, het water en wat mij betreft ook de lucht? Ik heb het programma gelezen en het kwam er niet of nauwelijks in voor.

Ja ik ben dat met je eens  Ik groeide op in een tijd van rokende havengebieden; het gaf altijd prachtige luchten. Ik moet er nu niet meer aan denken, maar het schouwspel was fantastisch. Ik heb er zelfs geweldige foto’s van. Die passie voor de haven, het rauwe ervan, vind ik gewoon fantastisch – echt mooi. Dat heeft Rotterdam groot gemaakt en zeker Nederland.

Alleen, wat je nu ziet, is dat duurzaamheid en de energietransitie van groot belang zijn. In de tijd dat ik HR-manager was, rond 2000/2001, zijn we begonnen met die transitie. We innoveerden: hoe maken we onze schepen en productie schoner? Hoe waarborgen we de veiligheid van onze mensen? Hoe zorgen we ervoor dat al die investeringen helpen om de vloot en de bemanning te blijven ontwikkelen? Want als je niet voortdurend innoveert, verlies je uiteindelijk je bestaansrecht.

Die mensen waar ik het over heb, daar draait het nu juist om in het landelijke programma: het behoud van rechten voor onze economie, de haven en deze cruciale sector. Maar dat betekent: hoe investeren we in human capital? Want als we nu niet investeren in onze mensen, kunnen we wel sluiten. En daarbij moeten wij het als Rotterdammers het gewoon vooral dóén. Het vraagt om ondernemerschap, lef, moed en ambitie om het gewoon te doen, in plaats van elke keer naar Den Haag te rijden om geld te smeken omdat je anders niet verder kunt.

3. Dat wat u zojuist zei – dat de mens, of eigenlijk ‘human capital’, centraal staat in jullie programma – herken ik wel. Maar nu de prangende vraag: hoe kunnen we in hemelsnaam de arbeidsomstandigheden, of beter gezegd de veiligheid, beter waarborgen?

Ja, ik heb daar wel ideeën over. Een veilige haven is immers in ieders belang. Het tekort aan personeel in de haven zorgt er natuurlijk voor dat veel organisaties risico’s nemen, het leidt ook tot ‘groenplukken’ op scholen. Dat is een fenomeen waarbij werkgevers jongeren proberen te verleiden om nog vóór het behalen van hun diploma bij hen te komen werken. Zo worden jongeren al heel jong ingezet, want ja, de welvaart die we in Nederland kennen, betekent dat we heel veel willen hebben – en niet morgen, maar het liefst vandaag. Het goed opleiden van de nieuwe generatie werknemers is echter essentieel, maar dat vraagt om investeringen. Daar moet je tijd voor nemen en maken. En je moet ervoor zorgen dat de werkvloer – op het water of op de kade – goed uitgerust is. Ik zou dan ook alle werkgevers in de Rotterdamse Haven willen vragen om in elk geval te zorgen voor een goed onboardingsproces.

4. Nu een wat gevoelige vraag, en laten we het beestje bij de naam noemen. Gezien het grote aantal gehandicapten en dodelijke slachtoffers bij Steinweg de afgelopen jaren, moet het Havenbedrijf dan wel op 22 maart 2024 die 44 hectare op Pier 6 in de Waalhaven min of meer aan hen kado geven? Wat stellen zij als voorwaarde aan Steinweg, en heeft men niet ontbindende voorwaarden in de lease opgenomen, zodat dit soort voor Steinweg lucratieve deals ongedaan gemaakt kunnen worden?

Ik vind dat echt een heel moeilijke vraag, en ik moet daar voorzichtig mee omgaan. Kijk, als politica vind ik dat we de governance daar heel goed moeten checken. Als zij zoveel terrein krijgen en zoveel meer kunnen verdienen, dan moeten ze ook écht meer aan veiligheid doen en dat laten zien. We moeten voorwaarden stellen. Dat gesprek met het Havenbedrijf – en ik heb begrepen dat onze wethouder Robert Simons hierover heeft gesproken met de CEO Siemons – is cruciaal. Als mens, als Rotterdammer en als moeder van twee zonen, vind ik: als je je werk niet goed doet, ben je af.

5. Stel dat na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026 D66 de wethouder Haven mag leveren. Zou u die positie ambiëren, en wat zou u anders doen?

Nou, sowieso zou ik zeggen: ik ben beschikbaar. Alhoewel ik veel ervaring heb opgedaan bij een scheepvaartkantoor, voel ik me meer ondernemer dan havenspecialist. Als wethouder zou ik vooral kijken naar wie wil investeren in deze haven op basis van duurzaamheid, groene economie en inclusie van onze diverse ‘mosaic’ aan mensen. En wie weet moet het wel een andere soort economie worden. We hebben een grote groep start- en scale-ups op het gebied van AI en innovatieve technologieën. Hoe mooi zou het zijn als we van al die bedrijven een soort campus creëren, zodat ze kunnen innoveren en ruimte krijgen? Je ziet: de oude economie werkt gewoon niet meer.

6. Moeten we dan ook niet blij zijn dat, gezien de belabberde vooruitzichten voor de petrochemische industrie in Nederland en de rest van Europa, er nu kansen ontstaan en terreinen vrijkomen voor de nieuwe economie?

Nou ja, we kunnen natuurlijk niet van de ene op de andere dag alles afstoten. Dat je morgen wakker wordt en het is er niet meer. Dat is een proces, maar we zijn hier al twintig jaar mee bezig. We zijn gewaarschuwd, en we weten allemaal dat het klimaat naar de …. je weet wel gaat. Dus we zullen als ondernemers in de haven moeten vernieuwen en kijken naar wat wél kan. Nogmaals navelstaren en met elkaar blijven huilen over wat er niet meer is, betekent dat we niet zien wat er wél is.

7. De CEO van het Havenbedrijf opperde drie jaar geleden tijdens zijn nieuwjaarsborrel het plan voor de Derde Maasvlakte. Hoe zit u daarin? Bent u voor- of tegenstander?

Ik vind sowieso dat we daar eerst goed naar moeten kijken. Ik zou liefst eerst de natuurcompensatie goed geregeld willen hebben, en dán pas verder. We moeten daar vind ik heel zorgvuldig mee omgaan, want als er nu bedrijven vertrekken, komt er ruimte vrij en gezien hoe dicht de landen, steden en havengebieden op elkaar zitten, zou ik het bovendien graag op Europees niveau willen aanpakken.

8. Hoe ziet u de toekomst van de Rotterdamse haven in 2040?

We zitten nu in een enorme transitie, vergelijkbaar met na de Tweede Wereldoorlog: een soort wederopbouw, niet fysiek, maar moreel. Toen kozen we voor investeringen in infrastructuur. Nu moeten we investeren in een economie die eerlijk, groen en toekomstvast is. Als we niet gaan voor de energietransitie, klimaatweerbaarheid, nieuwe economie en kansen, dan blijven we als mens, economie, steden en ondernemers op en neer varen – als een soort zeeslag, dat spel. Maar we zitten écht in een transitie. Ook als mens moeten we nadenken over wat we willen. Willen we de broek uit China halen, terwijl hij voor een tientje meer uit ‘Made in Rotterdam’ kan komen? De broek is hetzelfde. Dat is hoe ik naar ondernemerschap kijk. We zullen investeren in een eerlijke energietransitie, klimaatweerbaarheid, nieuwe economie en kansen. Niet in het zo goedkoop mogelijk kleding uit China halen en tegen hoge winsten hier verkopen.

9. Nog twee vragen. De NAVO heeft Antwerpen verkozen boven Rotterdam voor grootmateriaaltransport per spoor vanwege de betere spoorverbindingen met het achterland, Is het niet verstandig dat Rotterdam pleit voor een niet-geëlektrificeerd spoorzone naar Duitsland, waar elektrische treinen op rijden – zeg maar Tesla-treinen?

Ja, die oorlogsdreiging: daar moeten we alles voor inzetten, want het is dichterbij dan we denken – en het is niet om iedereen bang te maken. Dus ja, als de energietransitie en de omgeving het toelaten, ben ik voorstander van schone, elektrische goederentreinen op sporen zonder bovenleidingen en elektriciteitsmasten. Dat maakt militair én civiel grootschalig transport over het spoor mogelijk. Maar alvorens ik daar een knoop over doorhak, wil ik mij zelf en door anderen goed laten voorlichten.

10. Heel erg bedankt voor uw verhelderende visie. Nu de laatste vraag. Zijn er nog onderwerpen die u graag onder de aandacht wilt brengen?

Het onderwijs. Ik vind écht dat we het onderwijs veel beter bij de haven moeten betrekken. Mocht ik wethouder worden, dan zou ik elke maandagochtend willen beginnen met een overleg tussen ’key persons’ uit onderwijs, haven en overheid om te bespreken wat die week op de agenda staat. Zo maken we de samenwerking hechter. Want de havensector staat nog niet scherp op de agenda van het onderwijs, de studenten en hun ouders. Investeren in onderwijs is dus een heel belangrijk punt om te noemen in dit interview.